Diploma verwachtingen van middelbare scholieren

Brian Korthout, Trudie Schils, en Suzanne Zuidema (Universiteit Maastricht) | 14 March 2022

In deze factsheet
Verwachtingen van leerlingen vormen een belangrijk onderdeel voor een positieve ontwikkeling van jongeren[1]. Te lage verwachtingen kunnen gepaard gaan met lage motivatie of onzekerheid over het eigen kunnen. Te hoge verwachtingen kunnen gepaard gaan met overschatting van het eigen kunnen en teleurstelling of frustratie als de resultaten uitblijven[2]. Verwachtingen van leerlingen hangen daarmee ook samen met self efficacy, ofwel zelfeffectiviteit[3].
 
In de OnderwijsMonitor Limburg[4] verzamelen we in VO3 informatie over de verwachtingen die leerlingen hebben over het te behalen schoolsucces. Dit doen we enerzijds om onderzoek te kunnen doen naar factoren waar lage of hoge verwachtingen mee samenhangen (zoals sociaal-economische achtergrond, vertrouwen in instituties, of persoonlijkheid van leerlingen). Anderzijds doen we dit om scholen een terugkoppeling te geven over de verwachtingen van leerlingen op hun school.
 
In deze factsheet kijken we naar de verwachting over het behalen van het diploma van de huidige opleiding:
·         Algemene trends tussen 2014 en 2020
·         Algemene trends naar onderwijstype
·         Binnen onderwijstypes verschillen naar regio, geslacht en sociaal-economische achtergrond
 
Aan het einde vatten we de resultaten kort samen. Ook geven we vanuit de literatuur enkele aanbevelingen voor leraren en andere onderwijsprofessionals om te overwegen als (over wat ze zouden kunnen doen bij) verwachtingen op hun school (die) uit de pas lopen met het gemiddelde.
 
Als uw school/bestuur heeft deelgenomen, kunt u ook cijfers voor uw eigen school/bestuur inzien in de digitale terugkoppeling, via deze link. Hiervoor is de inlogcode nodig die bestuurders en schoolleiders van deelnemende scholen hebben ontvangen.
 
De factsheet is hier als pdf te downloaden.
 
Algemeen beeld: Kans diploma huidig onderwijstype
Aan leerlingen is eerst de volgende vraag voorgelegd: Hoe groot is de kans dat je het diploma haalt van het onderwijstype dat je nu volgt? De antwoorden varieerden in vijf categorieën van “zeker niet” tot “zeker wel”. Dit hebben we omwille van presentatie omgezet in een kans van 0 tot 1.
 
Figuur 1 toont deze kans voor de periode 2014-2020 voor leerlingen op alle onderwijstypen. Vanwege de schoolsluiting in verband met corona tijdens de afnameperiode in 2020 hebben sommige scholen de vragenlijsten onder de leerlingen pas na de zomervakantie van 2020 afgenomen. Om deze reden hebben we de groepen in 2020 onderverdeeld in 2020 jun/jul (of 2020_1) en 2020 sept/okt (of 2020_2). In de jaren voorafgaand aan 2020 zijn de vragenlijsten altijd vóór de zomervakantie afgenomen. De verschillen in gemiddelden tussen de jaren zijn niet heel groot, maar de verschillen tussen sommige jaren zijn wel significant. De verwachtingen waren gemiddeld genomen het hoogst in 2014 en 2016. De gemiddelde kans op het behalen van het diploma van de huidige opleiding is 0,84.
In 2018 hadden leerlingen lagere verwachtingen dan in voorgaande jaren. Ook in 2020 waren de verwachtingen lager dan in 2014-2016, waarbij we zien dat de meting na de zomer hoger is dan die voor de zomer. Dit laat zien dat leerlingen gemiddeld vóór de zomer van 2020 iets pessimistischer waren over hun diplomakansen dan na de zomer van 2020.

Figuur 1. Kans behalen diploma huidige opleidingen 2014-2020, leerlingen in VO3

Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per jaar. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen jaren niet overlappen, is het verschil significant. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen meer verschillen of omdat het om een kleine groep gaat. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds onderwijstype, geslacht, opleiding ouders, regio en jaar meegenomen als verklarende variabelen.

VMBO BASIS/KADER
VMBO basis-kader naar jaar

Figuur 2 laat zien dat over alle jaren de verwachtingen van leerlingen over het te behalen diploma op VMBO b/k significant lager zijn dan in 2014. In vergelijking met de algemene trend is de daling dus al in 2016 ingezet in plaats van 2018. In tegenstelling tot de algemene trend is er in VMBO b/k geen verschil te zien tussen de verwachtingen vóór en na de zomer van 2020.

Figuur 2. Kans behalen diploma huidige onderwijstype VMBO b/k naar jaar

Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per jaar. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen jaren niet overlappen, is het verschil significant. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen meer verschillen of omdat het om een kleine groep gaat. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds onderwijstype, geslacht, opleiding ouders, regio en jaar meegenomen als verklarende variabelen.

VMBO basis-kader naar regio

Figuur 3 toont de verschillen tussen regio’s. In 2020 zijn niet voor alle regio’s voldoende gegevens beschikbaar over zowel de periode vóór als na de zomervakantie, waardoor hiervan geen betrouwbaar resultaat gegeven kan worden. Er zijn geen systematische patronen over de jaren zichtbaar tussen de verschillende regio’s. Opvallend zijn de hogere verwachtingen in Parkstad-Limburg in 2014 voor VMBO b/k leerlingen. We weten niet waardoor dit veroorzaakt wordt. De grotere betrouwbaarheidsintervallen laten zien dat er grote spreiding is rond het gemiddelde.

Figuur 3. Kans behalen diploma huidige onderwijstype VMBO b/k naar regio

Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per jaar. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen jaren niet overlappen, is het verschil significant. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen meer verschillen of omdat het om een kleine groep gaat. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds onderwijstype, geslacht, opleiding ouders, regio en jaar meegenomen als verklarende variabelen.

VMBO basis-kader naar geslacht

Figuur 4 laat de verschillen naar geslacht zien.  Waar voor meisjes de kansen over de jaren redelijk stabiel zijn, zien we bij de jongens dat deze een dalende trend laten zien. Jongens zijn met name na de zomer van 2020 pessimistischer over hun diplomakansen dan jongens in 2014 en 2016 waren.

Figuur 4. Kans behalen diploma huidige onderwijstype VMBO b/k naar geslacht

Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per jaar. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen jaren niet overlappen, is het verschil significant. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen meer verschillen of omdat het om een kleine groep gaat. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds onderwijstype, geslacht, opleiding ouders, regio en jaar meegenomen als verklarende variabelen.

VMBO basis-kader naar opleiding ouders

Figuur 5 toont de verschillen tussen VMBO b/k leerlingen naar achtergrond ouders, waarbij naar de opleiding van ouders wordt gekeken. De figuur laat zien dat de spreiding rond het gemiddelde groter is voor leerlingen met hbo- of wo-opgeleide ouders. Dit kan veroorzaakt worden doordat de aantallen leerlingen op VMBO b/k met hbo- of wo-opgeleide ouders kleiner zijn. Zo’n 45 procent van de leerlingen heeft ouders met mbo-opleiding (of lager). Deze groep laat de grootste daling zien in 2020. Bij leerlingen met hbo- en wo-opgeleide ouders valt het op dat de verwachtingen vóór de zomer van 2020, buiten de ‘trend’ lijken te vallen. De verwachtingen na de zomer liggen meer in lijn met de dalende trend over de jaren.

Figuur 5. Kans behalen diploma huidige onderwijstype VMBO b/k naar opleiding ouders

Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per jaar. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen jaren niet overlappen, is het verschil significant. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen meer verschillen of omdat het om een kleine groep gaat. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds onderwijstype, geslacht, opleiding ouders, regio en jaar meegenomen als verklarende variabelen.

VMBO GEMENGD/THEORETISCH
VMBO gemengd-theoretisch naar jaar

Figuur 6 toont dat VMBO g/t leerlingen hogere verwachtingen hebben over het behalen van het diploma van de huidige opleiding dan leerlingen van het VMBO b/k (zoals in figuur 2 getoond). Ook is de trend stabieler over de jaren, hoewel ook hier een dip is te zien vóór de zomer 2020.

Figuur 6. Kans behalen diploma huidige onderwijstype VMBO g/t naar jaar

Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per jaar. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen jaren niet overlappen, is het verschil significant. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen meer verschillen of omdat het om een kleine groep gaat. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds onderwijstype, geslacht, opleiding ouders, regio en jaar meegenomen als verklarende variabelen.

VMBO gemengd-theoretisch naar regio

Figuur 7 laat enkele interessante regionale verschillen zien. Met name in Noord-Limburg valt op dat de verwachtingen zowel in 2016 als in 2018 hoger waren dan in 2014, terwijl de verwachtingen in 2020 fors zijn gedaald ten opzichte van 2018. De spreiding in 2020 binnen de groep van vóór de zomervakantie is echter groot, vanwege het kleine aantal leerlingen (slechts 20). In Midden-Limburg en Maastricht-heuvelland zijn de verwachtingen vrij stabiel te noemen, terwijl in Sittard-Geleen een licht dalende trend is te zien. In Parkstad Limburg zijn de verwachtingen van VMBO g/t leerlingen in zowel 2016 als 2018 lager dan in 2014. In 2020 is hier een forse dip te zien vóór de zomervakantie, terwijl deze na de zomervakantie weer op het niveau van “vóór corona” zit.

Figuur 7. Kans behalen diploma huidige onderwijstype VMBO g/t naar regio

Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per jaar. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen jaren niet overlappen, is het verschil significant. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen meer verschillen of omdat het om een kleine groep gaat. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds onderwijstype, geslacht, opleiding ouders, regio en jaar meegenomen als verklarende variabelen.

VMBO gemengd-theoretisch naar geslacht ouders

Figuur 8 toont de verschillen naar geslacht op het VMBO g/t en laat ongelijke trends zien voor jongens en meisjes. Voor jongens is de daling al ingezet in 2016, voor meisjes pas in 2018. Jongens laten daarentegen meer ‘herstel’ zien na de zomer.

Figuur 8. Kans behalen diploma huidige onderwijstype VMBO g/t naar geslacht

Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per jaar. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen jaren niet overlappen, is het verschil significant. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen meer verschillen of omdat het om een kleine groep gaat. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds onderwijstype, geslacht, opleiding ouders, regio en jaar meegenomen als verklarende variabelen.

VMBO gemengd-theoretisch naar opleiding ouders

Figuur 9 toont de verschillen tussen VMBO g/t leerlingen naar achtergrond ouders, waarbij naar de opleiding van ouders wordt gekeken. Een groot deel van de leerlingen heeft ouders die een mbo-opleiding of lager hebben afgerond (42 procent). De groep ouders met een hbo-opleiding is 25 procent. Het beeld voor deze twee groepen is vergelijkbaar, al laten leerlingen van mbo-opgeleide ouders in 2018 al lagere verwachtingen zien.

Figuur 9. Kans behalen diploma huidige onderwijstype VMBO g/t naar opleiding ouders

Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per jaar. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen jaren niet overlappen, is het verschil significant. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen meer verschillen of omdat het om een kleine groep gaat. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds onderwijstype, geslacht, opleiding ouders, regio en jaar meegenomen als verklarende variabelen.

HAVO
HAVO naar jaar

Figuur 10 laat zien dat over alle jaren de verwachtingen van HAVO-leerlingen over het te behalen diploma iets lager zijn dan die van leerlingen op het VMBO gl/tl (zoals in figuur 6 getoond). De verschillen tussen de jaren zijn kleiner en er is minder sprake van een dalende trend.

Figuur 10. Kans behalen diploma huidige onderwijstype HAVO naar jaar

Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per jaar. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen jaren niet overlappen, is het verschil significant. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen meer verschillen of omdat het om een kleine groep gaat. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds onderwijstype, geslacht, opleiding ouders, regio en jaar meegenomen als verklarende variabelen.

HAVO naar regio

Figuur 11 toont de verschillen tussen regio’s. Er zijn over de jaren geen systematische verschillen of patronen tussen de regio’s zichtbaar. Binnen alle regio´s zien we schommelingen over de tijd.

Figuur 11. Kans behalen diploma huidige onderwijstype HAVO naar regio

Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per jaar. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen jaren niet overlappen, is het verschil significant. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen meer verschillen of omdat het om een kleine groep gaat. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds onderwijstype, geslacht, opleiding ouders, regio en jaar meegenomen als verklarende variabelen.

HAVO naar geslacht

Figuur 12 laat de verschillen naar geslacht zien. Op het HAVO vertonen jongens en meisjes over de jaren een verschillend patroon. De verwachtingen van jongens over het te behalen diploma blijven in de jaren 2014 en 2016 stabiel, terwijl meisjes in 2016 hogere verwachtingen laten zien. Na de zomer van 2020 ‘herstellen’ meisjes zich van een daling voor de zomer. Het valt op dat de verwachtingen van jongens over het te behalen diploma licht gestegen zijn ten opzichte van 2018 en dat de verwachtingen vóór en na de zomer ongeveer gelijk zijn gebleven.

Figuur 12. Kans behalen diploma huidige onderwijstype HAVO naar geslacht

Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per jaar. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen jaren niet overlappen, is het verschil significant. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen meer verschillen of omdat het om een kleine groep gaat. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds onderwijstype, geslacht, opleiding ouders, regio en jaar meegenomen als verklarende variabelen.

HAVO naar opleiding ouder ouders

Figuur 13 toont de verschillen tussen HAVO-leerlingen naar achtergrond ouders, waarbij naar de opleiding van ouders wordt gekeken. Het opleidingsniveau van de ouders is diverser dan voor VMBO’ers (33 procent mbo of lager, 32 procent hbo en 16 procent wo, rest onbekend). De verwachtingen van HAVO-leerlingen over het te behalen diploma zijn binnen alle groepen nagenoeg gelijk, met uitzondering van de groep “opleiding onbekend”. Bij deze groep is echter sprake van een grotere spreiding en een kleinere groep, waardoor de meting minder nauwkeurig is.

Figuur 13. Kans behalen diploma huidige onderwijstype HAVO naar opleiding ouders

Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per jaar. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen jaren niet overlappen, is het verschil significant. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen meer verschillen of omdat het om een kleine groep gaat. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds onderwijstype, geslacht, opleiding ouders, regio en jaar meegenomen als verklarende variabelen.

VWO
VWO naar jaar

Figuur 14 laat zien dat de verwachtingen van VWO’ers over alle jaren redelijk stabiel zijn gebleven. Er is niet echt een ´corona/effect´ zichtbaar. Wel is de verwachting over het te behalen diploma na de zomer van 2020 hoger dan voor de zomer (alhoewel net niet statistisch significant).

Figuur 14. Kans behalen diploma huidige onderwijstype VWO naar jaar

Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per jaar. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen jaren niet overlappen, is het verschil significant. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen meer verschillen of omdat het om een kleine groep gaat. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds onderwijstype, geslacht, opleiding ouders, regio en jaar meegenomen als verklarende variabelen.

VWO naar regio

Figuur 15 laat enkele regionale verschillen zien. De verwachtingen over het te behalen diploma zijn in Noord-Limburg en Parkstad Limburg relatief stabiel gebleven over de jaren, waarbij voor Parkstad Limburg sinds 2018, wel een opgaande lijn te zien lijkt. Gemiddeld genomen hebben VWO’ers in Noord-Limburg de laagste verwachtingen. Tot 2020 heeft ook Midden-Limburg lage verwachtingen. Opvallend in Midden-Limburg zijn de verwachtingen na de zomer, die hoog zijn voor de trend binnen de eigen regio. In Sittard-Geleen valt juist de flinke dip in verwachtingen van VWO-ers op in 2018. Ook in Maastricht-heuvelland zijn in 2018 fors lagere verwachtingen te zien met nog een extra daling vóór de zomer van 2020.

Figuur 15. Kans behalen diploma huidige onderwijstype VWO naar regio

Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per jaar. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen jaren niet overlappen, is het verschil significant. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen meer verschillen of omdat het om een kleine groep gaat. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds onderwijstype, geslacht, opleiding ouders, regio en jaar meegenomen als verklarende variabelen.

VWO naar geslacht

Figuur 16 laat de verschillen naar geslacht zien. Meisjes op het VWO laten een iets stabieler beeld zien dan jongens maar grote verschillen zijn er niet.

Figuur 16. Kans behalen diploma huidige onderwijstype VWO naar geslacht

Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per jaar. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen jaren niet overlappen, is het verschil significant. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen meer verschillen of omdat het om een kleine groep gaat. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds onderwijstype, geslacht, opleiding ouders, regio en jaar meegenomen als verklarende variabelen.

VWO naar opleiding ouders

Figuur 17 toont de verschillen tussen VWO’ers naar achtergrond ouders, waarbij naar de opleiding van de ouders wordt gekeken. VWO’ers hebben met name hbo-opgeleide ouders (35 procent), gevolgd door de groep mbo-opgeleide ouders (of lager, 23 procent) en wo-opgeleide ouders (28 procent). Van 13 procent van de ouders is de opleiding onbekend. Van deze laatste groep leerlingen hebben we geen gegevens gepresenteerd, in verband met de onbetrouwbare meting, door de kleine aantallen. Over het algemeen hebben VWO’ers met wo-opgeleide ouders iets hogere verwachtingen en VWO’ers met mbo-opgeleide ouders (of lager) iets lagere verwachtingen. De patronen in verwachtingen van leerlingen uit de verschillende groepen zijn ongeveer gelijk. Voor leerlingen met mbo-opgeleide ouders (of lager) zijn de schommelingen het grootst.

Figuur 17. Kans behalen diploma huidige onderwijstype VWO naar opleiding ouders

Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per jaar. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen jaren niet overlappen, is het verschil significant. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen meer verschillen of omdat het om een kleine groep gaat. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds onderwijstype, geslacht, opleiding ouders, regio en jaar meegenomen als verklarende variabelen.

Belangrijkste resultaten op een rij
  • De verwachtingen van leerlingen over het te behalen diploma waren gemiddeld genomen het hoogst in 2014 en 2016. In vergelijking met deze jaren was er zowel in 2018 als in 2020 een daling te zien, waarbij leerlingen in 2020 vóór de zomer lagere verwachtingen hadden dan na de zomer. Dit laatste geldt voor alle onderwijstypen, met uitzondering van leerlingen op het VBMO b/k.
  • Leerlingen op het VMBO g/t hebben hogere verwachtingen over het behalen van het diploma van de huidige opleiding dan leerlingen op het VMBO b/k. Ook is de trend stabieler over de jaren. HAVO-leerlingen hebben lagere verwachtingen over het behalen van het diploma dan leerlingen op het VMBO g/t, maar er is minder sprake van een dalende trend. De verwachtingen van VWO’ers zijn over alle jaren redelijk stabiel gebleven.
  • Binnen het VMBO b/k en het VWO laten verschillen in geslacht gelijke trends zien voor jongens en meisjes. Binnen het VMBO g/t en HAVO zijn ongelijke trends te zien voor jongens en meisjes. Voor jongens binnen het VMBO g/t is de daling al ingezet in 2016, voor meisjes pas in 2018. Jongens laten daarentegen meer ‘herstel’ zien na de zomer. Op het HAVO zijn de verwachtingen van jongens in de jaren 2014 en 2016 stabiel gebleven, terwijl meisjes in 2016 hogere verwachtingen laten zien. Na de zomer van 2020 “herstellen” meisjes zich van een daling voor de zomer. Het valt op dat de verwachtingen van jongens over het te behalen diploma gestegen zijn ten opzichte van 2018 en dat de verwachtingen voor en na de zomer ongeveer gelijk zijn gebleven.
  • Als we verschillen in verwachtingen tussen leerlingen uitsplitsen naar de opleiding van de ouders, dan zien we bij de HAVO-leerlingen nagenoeg geen verschillen tussen te groepen. Op het VMBO b/k zien we dat de groep leerlingen met mbo-opgeleide ouders of lager, de grootste daling laat zien in 2020. Over het algemeen hebben VWO’ers met wo-opgeleide ouders iets hogere verwachtingen en VWO’ers met mbo-opgeleide ouders (of lager) iets lagere verwachtingen.
  • Bij alle onderwijstypes zijn er over de jaren geen systematische patronen zichtbaar tussen en binnen de regio’s Noord-Limburg, Midden-Limburg, Sittard-Geleen, Maastricht-heuvelland en Parkstad-Limburg. Bij alle onderwijstypes binnen alle regio´s zien we schommelingen over de tijd.
  • Leerlingen op het VMBO b/k in Parkstad hadden in 2014 hogere verwachtingen dan leerlingen in andere regio’s, maar de spreiding rond het gemiddelde is groot.
  • Op het VMBO g/t valt Noord-Limburg op doordat de verwachtingen zowel in 2016 als in 2018 hoger waren dan in 2014, terwijl de verwachtingen in 2020 fors zijn gedaald ten opzichte van 2018. In Midden-Limburg en Maastricht-heuvelland zijn de verwachtingen op het VMBO g/t vrij stabiel te noemen, terwijl in Sittard-Geleen een licht dalende trend is te zien.
  • Op het VWO zijn de verwachtingen in Noord-Limburg en Parkstad Limburg relatief stabiel gebleven over de jaren. Gemiddeld genomen hebben VWO’ers in Noord-Limburg de laagste verwachtingen. Opvallend voor VWO’ers in Midden-Limburg zijn de verwachtingen na de zomer die hoog zijn voor de trend in de regio. In Sittard-Geleen valt juist de flinke dip in verwachtingen van VWO’ers op in 2018. Ook in Maastricht-heuvelland zijn in 2018 fors lagere verwachtingen te zien met nog een extra daling voor de zomer van 2020.

 

Enkele aanbevelingen voor de schoolpraktijk
  • Deze factsheet en de individuele terugkoppeling naar Limburgse scholen geeft inzicht in verschil in verwachtingen over schoolsucces tussen groepen leerlingen. Het geeft scholen een beeld of de verwachtingen van hun leerlingen boven- of benedengemiddeld zijn. Waar kan een school rekening mee houden als verwachtingen afwijken?
  • Het is van belang om te achterhalen welke aspecten leerlingen meewegen bij de verwachting over het behalen van het diploma. Waar komt mogelijke twijfel vandaan? Waar liggen bronnen van zelfoverschatting? Een goed contact met leerlingen vormt de basis om hier zicht op te krijgen, maar ook om onrealistische verwachtingen bij te stellen.
  • Het is belangrijk om bij leerlingen realistische verwachtingen te creëren, om ze te leren omgaan met onbeantwoorde verwachtingen en om ze te leren teleurstellingen te verwerken. Leerlingen pro-actief bij de lesaanpak betrekken kan hierbij helpen[2].
  • In een overzichtsstudie van het Nederlands Jeugdinstituut staan enkele bredere aanbevelingen voor een positieve ontwikkeling van jongeren, waarbij verwachtingen en motivatie een belangrijke rol spelen[1]. Wat betreft onderwijsinhoud ligt de basis bij het aanbieden van een breed pakket van activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van een positieve ontwikkeling en gericht op alle leerlingen. Algemene competenties worden gestimuleerd door de zelfredzaamheid van de leerlingen te bevorderen en hun zelfvertrouwen te geven. Daarbij wordt leraren geadviseerd om ontvankelijk te zijn voor de verwachtingen van leerlingen en te differentiëren in de lesaanpak zodat deze aansluit bij individuele verschillen in verwachtingen.
  • Essentieel is een integrale en structurele aanpak, dus in álle lessen en door alle betrokkenen. Dat betekent ook dat ouders, die een belangrijke rol spelen bij het verwachtingsbeheer van leerlingen, meegenomen kunnen/moeten worden in de aanpak van het verwachtingsbeheer van leerlingen[1].

 

Noten

[1] Daamen & Ince (2014) - www.nji.nl/sites/default/files/2021-07/Wat-werkt-bij-het-bevorderen-van-een-positieve-ontwikkeling-van-jeugdigen.pdf.

[2] Könings (2016) - www.schooleducationgateway.eu/nl/pub/viewpoints/experts/will_i_be_happy_managing_stud.htm.

[3] Ros (2020) – www.didactiefonline.nl/artikel/geloof-in-eigen-kunnen.

[4] Voor meer informatie zie www.educatieveagendalimburg.nl/onderwijsmonitor-p/het-kort.

 

 

© Maart 2022. Universiteit Maastricht, School of Business and Economics, Department of Macro International and Labour Economics (MILE). Niets uit deze uitgave mag op enige manier worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteurs.


 

​​​​​​​

delen:  
Loading Conversation