Trudie Schils, Lex Borghans, Raoul Haenbeukers en Suzanne Zuidema (Universiteit Maastricht) | 26 August 2020
Door de fysieke sluiting van de scholen in het voorjaar van 2020 zijn er zorgen ontstaan over het welbevinden van leerlingen in het voortgezet onderwijs (VO). Samen met de Limburgse VO-scholen willen we hier, met behulp van de OnderwijsMonitor Limburg (OML) zicht op krijgen: is het welbevinden van leerlingen nu anders dan normaal, zijn er grote verschillen tussen groepen leerlingen en zo ja, voor welke groepen geldt dit dan? De resultaten van dit onderzoek worden gepresenteerd in een reeks factsheets. Deze zijn te vinden op educatieveagendalimburg.nl .
In dit zesde deel presenteren we de resultaten binnen het thema verwachtingen van leerlingen in het derde leerjaar van het VO. We hebben leerlingen gevraagd naar hun verwachtingen over het behalen van hun diploma van de huidige opleiding en van een vervolgopleiding. Dit zijn reguliere vragen in de OML en we kunnen deze antwoorden vergelijken met andere (pre-corona) cohorten1. Zijn de verwachtingen voor leerlingen die tijdens de schoolsluiting in leerjaar 3 zaten anders dan die van andere cohorten? Zijn er verschillen tussen groepen?
We geven eerst een beschrijving van de opvallendste resultaten en verschillen tussen groepen. In de modellen die we daarvoor gebruiken houden we steeds rekening met studie, geslacht en opleiding ouders2. In de bijlages achteraan deze factsheet staan de regressieresultaten en bijbehorende steekproefomvang. De factsheet is hier als pdf te downloaden.
Verwachtingen behalen schooldiploma middelbare school
Verwachtingen behalen diploma vervolgopleiding
We hebben leerlingen gevraagd naar hun verwachtingen over het behalen van hun diploma van de middelbare school. We vergelijken de antwoorden van de leerlingen die in juni/juli 2020 antwoord gaven met leerlingen die in 2014/16/18 in 3vo zaten. In de figuren zijn de intervallen rond de gemiddelden steeds groter voor het 2020-cohort omdat de groep kleiner is en de gemiddelde voorspelling daarmee minder precies is. In de herfst komen we met een update op basis van een grotere steekproef.
Figuur 1 laat de resultaten naar studie zien (regressietabel). Leerlingen op het vmbo en havo zijn meer onzeker over het halen van hun studie dan leerlingen in andere jaren. Het verschil is het grootst bij vmbo-ers die het examenjaar voor de deur hebben staan.
Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per groep. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouw-baarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen groepen niet overlappen is het verschil significant. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds studie geslacht en opleiding ouders meegenomen als verklarende variabelen.
In het volgende kijken we of er verschillen zijn tussen groepen leerlingen in de afwijking van de verwachtingen van dit cohort ten opzichte van andere cohorten3.
Verschillen naar geslacht
Figuur 2 toont verschillen tussen jongens en meisjes in verwachtingen over het behalen van het middelbare schooldiploma voor vmbo-ers. Bij leerlingen op het vmbo bl/kl zien we geen verschillen in verwachtingen. Zowel het niveau van de verwachting is gelijk voor jongens en meisjes alsook het verschil in de verwachting voor het 2020-cohort ten opzichte van de andere cohorten.
Meisjes op het vmbo gl/tl zeggen in het algemeen meer zeker van hun diploma te zijn dan jongens, maar de daling in dat vertrouwen voor het 2020-cohort is even groot voor jongens en meisjes. Dit resultaat laat overigens zien dat als je niet zou kijken naar de verwachtingen van leerlingen uit andere cohorten je ten onterechte nu zou kunnen concluderen dat meisjes meer zorgen hebben gekregen. Dit is echter iets dat los staat van de schoolsluiting.
Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per groep. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouw-baarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen groepen niet overlappen is het verschil significant. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds studie geslacht en opleiding ouders meegenomen als verklarende variabelen.
Figuur 3 laat de verwachtingen zien voor havisten en vwo-ers. Ook hier zien we dat in het algemeen meisjes zekerder zijn van hun diploma. Er zijn geen verschillen in de mate waarin meisjes en jongens in 2020 lagere verwachtingen hebben dan leerlingen in andere jaren.
Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per groep. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouw-baarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen groepen niet overlappen is het verschil significant. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds studie geslacht en opleiding ouders meegenomen als verklarende variabelen.
Verschillen naar opleiding ouders
Figuur 4 laat verschillen zien in verwachtingen van vmbo-ers in relatie tot het opleidingsniveau van hun ouders. Het verschil in verwachting voor het 2020-cohort (dat wil zeggen een lagere verwachting) is op het vmbo bl/kl kleiner voor leerlingen met hoogopgeleide ouders dan voor andere leerlingen op het vmbo bl/kl.
Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per groep. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouw-baarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen groepen niet overlappen is het verschil significant. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds studie geslacht en opleiding ouders meegenomen als verklarende variabelen.
Figuur 5 laat zien dat havisten en vwo-ers met hoogopgeleide ouders in het algemeen zekerder zijn over het behalen van hun diploma, maar er zijn geen verschillen in de mate waarin de verwachtingen voor het 2020-cohort afwijken van andere cohorten. Ook is te zien dat er meer variatie is in de antwoorden van havisten en vwo-ers met laagopgeleide ouders. Dit heeft te maken met het feit dat deze groepen veel kleiner zijn.
Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per groep. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouw-baarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen groepen niet overlappen is het verschil significant. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds studie geslacht en opleiding ouders meegenomen als verklarende variabelen.
We hebben leerlingen ook gevraagd naar hun verwachtingen over het behalen van hun diploma van een vervolgopleiding. Opnieuw vergelijken we hier de antwoorden van de leerlingen die in juni/juli 2020 antwoord gaven met leerlingen die in 2014/16/18 in leerjaar 3 van het VO zaten. De figuren geven de voorspelde kans weer voor de verwachte kans op het diploma van de betreffende opleiding, op basis van een regressiemodel .
Figuur 6 toont de resultaten voor de leerlingen op het vmbo. Leerlingen op het vmbo bl/kl zijn in 2020 minder positief over het behalen van diploma mbo 3-44. Leerlingen op het vmbo gl/tl zijn in 2020 minder positief over het behalen van een diploma hbo en verwachten eerder een diploma mbo 3-4.
Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per groep. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouw-baarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen groepen niet overlappen is het verschil significant. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds studie geslacht en opleiding ouders meegenomen als verklarende variabelen.
Figuur 7 laat eenzelfde beeld zien voor havisten en vwo-ers. Havisten van het 2020-cohort verwachten minder vaak een diploma te halen van een universitaire bachelor. Vwo-ers van het 2020-cohort verwachten vaker een diploma te halen van een hbo-opleiding en minder vaak van een universitaire bachelor. De groep vwo-ers die verwacht een universitair master diploma te halen, laat geen verschil zien ten opzichte van andere cohorten.
In het algemeen lijken verwachtingen te worden getemperd (moment van invullen vragenlijst was juni/juli 2020).
Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per groep. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouw-baarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen groepen niet overlappen is het verschil significant. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds studie geslacht en opleiding ouders meegenomen als verklarende variabelen.
Verschillen naar geslacht
Figuur 8 toont verschillen tussen jongens en meisjes in verwachtingen over het behalen van een diploma van een mbo-opleiding voor vmbo-ers4. Jongens op het vmbo bl/kl hebben in 2020 een hogere verwachting voor een diploma voor mbo 1-2 en minder hoog voor mbo 3-4. Bij meisjes zien we dit niet. Meisjes hebben in het algemeen een hogere verwachting voor een diploma mbo 3-4. Voor leerlingen op het vmbo gl/tl zien we geen verschil tussen jongens en meisjes.
Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per groep. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouw-baarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen groepen niet overlappen is het verschil significant. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds studie geslacht en opleiding ouders meegenomen als verklarende variabelen.
Figuur 9 laat de verschillen voor jongens en meisjes op het havo en vwo zien. Meisjes op het havo hebben in het algemeen een hogere verwachting voor een hbo-diploma dan jongens. Er is geen verschil tussen jongens en meisjes in de andere verwachtingen voor dit cohort. Meisjes op het vwo hebben in het algemeen een lagere verwachting voor een universitair masterdiploma. Er is ook hier geen verschil tussen jongens en meisjes in de andere verwachtingen voor dit cohort.
Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per groep. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouw-baarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen groepen niet overlappen is het verschil significant. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds studie geslacht en opleiding ouders meegenomen als verklarende variabelen.
Verschillen naar opleiding ouders
Figuur 10 laat verschillen zien naar opleidingsniveau van de ouders in het verwacht diploma van een vervolgopleiding voor vmbo-ers. Leerlingen op het vmbo bl/kl met laagopgeleide ouders hebben in 2020 vaker een hogere verwachting voor een diploma mbo 1-2 in plaats van mbo 3-4 in vergelijking met andere cohorten. Leerlingen met hoogopgeleide ouders niet. Voor leerlingen op het vmbo gl/tl zien we eenzelfde beeld: leerlingen met laagopgeleide ouders hebben in 2020 minder hoge verwachtingen als het gaat om een hbo-diploma en hogere verwachtingen voor een diploma mbo 3-4 in vergelijking met andere cohorten.
Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per groep. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouw-baarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen groepen niet overlappen is het verschil significant. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds studie geslacht en opleiding ouders meegenomen als verklarende variabelen.
Figuur 11 laat de verschillen naar opleiding ouders zien voor havisten en vwo-ers. Havisten met hoogopgeleide ouders hebben in het algemeen lagere verwachtingen voor een mbo-diploma. Voor havisten met hoogopgeleide ouders zien we dat ze in 2020 een lagere kans inschatten op een universitair bachelor diploma en een hogere kans op een hbo-diploma. Vwo-ers met hoogopgeleide ouders hebben in het algemeen hogere verwachtingen voor een diploma van een universitaire master. Er zijn geen verschillen naar opleiding ouders tussen de cohorten voor vwo-ers.
Leeswijzer: De diamanten tonen de gemiddelden per groep. De lijnen met eindmarkering tonen de 95%-betrouw-baarheidsintervallen rondom de gemiddelden. Als deze tussen groepen niet overlappen is het verschil significant. In de modellen achter deze plaatjes worden steeds studie geslacht en opleiding ouders meegenomen als verklarende variabelen.
1Het is niet bewezen dat verschillen tussen het 2020-cohort en de andere cohorten strikt door de coronacrisis komen. De cohorten kunnen ook om andere redenen van elkaar verschillen. Door ook op andere momenten dan direct na de schoolsluiting dit cohort te bekijken, krijgen we daarin meer inzicht.
2In een aparte factsheet, nadat meer leerlingen in september/oktober de vragenlijst hebben ingevuld, gaan we ook kijken naar regionale verschillen. Nu worden groepen naar regio, studie en mogelijke andere achtergrondkenmerken van leerlingen te klein om betrouwbare uitspraken te doen.
3De regressietabellen voor deze modellen met interactie-effecten zijn op te vragen, zie de colofon voor de contactgegevens.
4Significant op 90%-betrouwbaarheidsniveau.
5Regressietabellen op aanvraag beschikbaar.
Dit onderzoek is uitgevoerd door Trudie Schils, Lex Borghans, Raoul Haenbeukers en Suzanne Zuidema. Voor informatie kunt u terecht bij Trudie Schils: t.schils@maastrichtuniversity.nl.
Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van data uit de OnderwijsMonitor Limburg. Deze is onderdeel van de Educatieve Agenda Limburg, een samenwerking tussen Universiteit Maastricht, Open Universiteit, Zuyd Hogeschool, Fontys Hogeschool, de Limburgse mbo-instellingen, schoolbesturen in het primair en voortgezet onderwijs, en de Provincie Limburg.
Elke twee jaar verzamelen we voor de OnderwijsMonitor Limburg gegevens over Limburgse leerlingen in het derde leerjaar van het voortgezet onderwijs. Dit jaar was dat anders dan anders en door de inzet van scholen én leerlingen zijn we in staat geweest om aanvullende informatie op te halen over de sociaal-emotionele gesteldheid van leerlingen ten tijde van corona. Wij willen hierbij alle deelnemende scholen, leerlingen en hun ouders daarvoor bedanken. Op deze manier krijgen we inzicht in wat er nodig is om de juiste ondersteuning op te zetten in de komende maanden.
Eerdere factsheets in deze reeks:
Deel 1 – Inleiding
Deel 2 – Sociale contacten
Deel 3 – Thuisonderwijs: faciliteiten school en thuis
Deel 4 – Thuisonderwijs: ondersteuning en motivatie
Deel 5 – Zorgen over school
© Augustus 2020. Universiteit Maastricht, School of Business and Economics, Department of Macro International and Labour Economics (MILE). Niets uit deze uitgave mag op enige manier worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteurs.