Bert Nelissen, Innovo | 18 November 2015
De commissie onder voorzitterschap van Paul Schnabel heeft interessante vergezichten aan het papier toevertrouwd in Onderwijs 2032. Uiteraard is er bij ieder voorstel voor onderwijsverandering of onderwijsvernieuwing veel commentaar van de stuurlui aan de wal. Te veel en te vaak wordt het onderwijs gemeten aan het onderwijs dat wij zelf hebben genoten. Echter deze disruptieve ontwikkeling in de wereld en recht doen aan de onderwijsvraag van het kind van vandaag de dag vraagt echt om ander onderwijs en dat heeft de commissie heel goed gezien. Wat mij betreft raken de voorstellen de kern van wat nodig is voor goed en toekomstvast onderwijs met de leerling aan zet met zijn eigen ontwikkeling op basis van nieuwsgierigheid en de wil om het zelf te weten te komen.
Vele eeuwen van - en ik zeg het oneerbiedig - Wenn allen schweigen und einer spricht, nennt man dies Unterricht ? – moeten wij achter ons laten en verruilen voor een andere invulling van het vak van leerkracht en een andere rol van ouders in het onderwijs. De kracht van het voorstel Onderwijs 2032 zit in de stip op de horizon: aardig, vaardig en waardig. Een kind zorgt goed voor zich zelf en voor anderen; een kind is toegerust voor de nieuwe tijd en vindt daarin zijn weg en een kind is zich ervan bewust wereldburger te zijn en verhoudt zich tot die wereld vanuit een duurzaam perspectief. Een ontwikkeling als deze kan alleen maar slagen als wij vertrouwen hebben in de eigen kracht van het kind en het kind de ruimte gunnen om zijn eigen ontwikkeling op te pakken. Als volwassenen moeten wij de dialoog aangaan met het kind en hem aan het woord laten over zijn ontwikkeling en de daarbij behaalde resultaten en opgedane ervaringen. Niet langer het rapportgesprek over het kind, maar het kind legt zelf rekenschap af in gesprek samen met leerkracht en ouders. Jong geleerd is ook hier oud gedaan. Binnen INNOVO hebben wij daar al heel wat voorbeelden van gezien.
De rol van de leerkracht verandert mee in deze ontwikkeling. De leerkracht is al lang niet meer de autoriteit, die alles weet en dat hoeft ook niet. Moderne leermiddelen en internet voorzien daar ruim in. De opdracht van de leerkracht is juist de goede omgang met de collectieve kennis door de goede vragen te stellen en uitkomsten te bevragen. Natuurlijk blijft ook de uitleg van stof van belang en moet er een kennisbasis zijn. Tafeltjes blijven ook handig. Diepgang en authentieke ervaringen in de combinatie van denken en doen sorteren in hoge leereffecten. Samenwerken en kennis en ervaringen delen met anderen zijn en blijven essentieel en moeten ook op weg naar 2032 alle ruimte blijven krijgen. Als onderwijs moeten wij vooral stoppen met afleren. De zelf gewenste zelfstandigheid van de kleuter moeten wij koesteren in de volgende klassen van het basisonderwijs en daarna. Leren mag binnen de school en mag vooral ook buiten de school; de commissie spreekt over formeel leren en informeel leren en dat is prima.
In Nederland en zeker ook in het onderwijs houden wij van etiketteren. Laten wij afspreken, dat wij etiketten reserveren voor jampotjes. Natuurlijk zijn er verschillen tussen kinderen, maar die verschillen moeten vooral niet tot bestempeling leiden. De verschillen moeten worden gezien en worden voorzien van een adequaat onderwijsaanbod op de plek waar dat het beste kan gebeuren. In de regel vanuit de basisschool en liefst op weg naar meer funderend en inclusief onderwijs. Als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg. De voorstellen van de Commissie Schnabel kunnen wij uiteraard ontmoeten met mitsen en maren. Er zijn zeker redenen te bedenken om zaken anders te doen of anders voor te stellen. Wij kunnen er natuurlijk ook denominatieve sausjes overdoen en de bekostiging problematiseren. Echter wij kunnen nu ook de keuze maken om het kind in zijn ontwikkeling centraal te stellen en in ons onderwijs aansluiten op zijn of haar vraag in de ontwikkeling naar een bewuste nee-zegger of een competente rebel. Ik zou het mijn kleinkind dat in het voorjaar van 2016 geboren wordt in ieder geval van harte gunnen.