Persoonlijkheidskenmerken: ontwikkelingen en verschillen tussen groepen

Ron Diris (Universiteit Maastricht) | 19 November 2019


In dit korte artikel kijken we naar verschillen in persoonlijkheidskenmerken, tussen groepen en door de schoolloopbaan heen. Van persoonlijkheidskenmerken is het bekend dat ze sterk voorspellend zijn voor meerdere latere uitkomsten, zoals behaalde diploma, loon, gezondheid en criminaliteit (Kautz et al., 2014). In eerdere artikelen hebben we persoonlijkheidskenmerken gerelateerd aan afstroom, en hebben we uiteengezet waarom deze steeds meer aandacht krijgen. In het onderwijs wordt steeds meer aandacht gegeven aan persoonlijkheidskenmerken, maar voordat we weten of, hoe en welke kenmerken meer ontwikkeld moeten worden op school, is het nuttig een beter begrip te hebben van deze kenmerken. In dit artikel kijken we naar de veel gebruikte Big Five indicatoren voor persoonlijkheid: openheid, zorgvuldigheid, extraversie, meegaandheid en emotionele stabiliteit. Voor meer uitleg over deze indicatoren en wat ze meten, zie hier .

Big Five kenmerken zijn in de OnderwijsMonitor Limburg (OML) gemeten in zowel groep 8 als VO3. Voor groep 8 zijn deze bekend voor de jaren 2009 t/m 2015, en voor VO3 voor de jaren 2012, 2014, 2016 en 2018. De metingen zijn vergelijkbaar tussen de verschillende cohorten die aan de OML hebben deelgenomen en ook tussen groep 8 en VO3 voor dezelfde leerlingen.  Uit analyses van verschillen tussen cohorten komt geen duidelijk beeld naar voren. We focussen daarom hier op verschillen in Big Five ontwikkeling tussen groep 8 en VO3 binnen een cohort, en hoe deze ontwikkelingen op hun beurt verschillen naar geslacht en regio.

Van persoonlijkheidskenmerken wordt vaak gesteld dat ze ‘stabiel’ zijn en niet of nauwelijks veranderen door de tijd heen. Hoewel deze kenmerken minder veranderlijk en trainbaar zijn dan sociaal-emotionele vaardigheden, kunnen deze zeker nog veranderen door de jaren heen (Roberts et al., 2006). Bovendien is juist in de periode waarnaar we hier kijken (12 tot 15 jaar) deze ontwikkeling relatief sterk.

Highlights

-          Persoonlijkheidskenmerken laten duidelijke ontwikkelingen zien tussen groep 8 en VO3. Dit vertaalt zich met name in lagere Meegaandheid en lagere Emotionele Stabiliteit, en hogere Extraversie.

-          Ontwikkelingen in Extraversie (toename) en Emotionele Stabiliteit (afname) zijn met name sterk voor meisjes, terwijl jongens vooral een zeer sterke afname in Meegaandheid laten zien.

-          Veranderingen in persoonlijkheidskenmerken die gerelateerd zijn aan zwakke schoolprestaties (met name afname Meegaandheid en afname Emotionele Stabiliteit) zijn sterker in de regio Sittard-Geleen en minder sterk in de regio Parkstad Limburg.

-          Over het algemeen zijn verschillen in Big Five naar regio echter vrij klein.

Verschillen in persoonlijkheidskenmerken naar regio

Voordat we kijken hoe ontwikkelingen in persoonlijkheid verschillen naar geslacht en regio kijken we eerst in hoeverre er überhaupt verschillen aanwezig zijn naar regio  op het eerste ‘meetpunt’ (groep 8). Een interessante vraag daarbij is of deze verschillen mogelijk een verklaring kunnen zijn voor prestatieverschillen tussen de regio’s in Limburg.

Figuur 1 laat deze cijfers zien, voor de drie verschillende regio’s in Zuid-Limburg. De belangrijkste conclusie is dat de regioverschillen overal erg klein zijn. De kleine verschillen die er zijn, wijzen over het algemeen wel dezelfde richting op. Er zijn dus geen regio’s die hoog scoren op het ene kenmerk en laag op een ander. Als we kijken naar de kenmerken die het sterkst voorspellend zijn voor schoolsucces (openheid, zorgvuldigheid, emotionele stabiliteit), dan hebben de leerlingen uit Maastricht-Heuvelland (MH) hier iets hogere waardes, en de leerlingen uit Parkstad Limburg (PL) iets lagere waardes. Maar we benadrukken nogmaals dat het hier om heel kleine verschillen gaat, en deze verklaren vrijwel niets van de verschillen in schoolprestaties tussen deze regio’s.

 

Figuur Ron 1.PNG

Ontwikkelingen in persoonlijkheidskenmerken

Zoals eerder aangegeven kunnen persoonlijkheidskenmerken zich ontwikkelen naarmate we ouder worden. Dat is zeker het geval voor de puberteit. In Figuur 2 zien we hoe deze ontwikkeling gemiddeld verloopt voor de leerlingen in de OML.

Figuur Ron 2.PNG

We zien dat, gemiddeld gezien, de kenmerken Openheid en Zorgvuldigheid op eenzelfde niveau blijven. Voor de andere Big Five zien we echter duidelijke ontwikkelingen. Leerlingen worden meer extravert, minder meegaand en minder emotioneel stabiel, wanneer ze in de puberteit komen. Met name het verschil voor meegaandheid is zeer sterk.

Verschillen in ontwikkeling

Bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op gemiddelde ontwikkelingen. Deze ontwikkeling hoeft uiteraard niet voor elk kind hetzelfde te verlopen. Niet iedereen wordt meer extravert in de puberteit. Op individueel niveau zien we dit ook duidelijk in de data: voor meegaandheid geldt bijvoorbeeld dat deze afneemt voor 50% van de leerlingen, gelijk blijft voor 20% en toeneemt voor 30%. Als we de Big Five onderling vergelijken dan zien we de grootste variatie door de tijd heen optreden voor emotionele stabiliteit (die dus niet de grootste gemiddelde verandering laat zien in Figuur 1, omdat er ook veel leerlingen zijn waarbij de emotionele stabiliteit toeneemt), en de kleinste variatie bij zorgvuldigheid. Die laatste is dus het meest stabiel door de jaren heen.

Er zijn dus verschillen in deze ontwikkeling van leerling tot leerling. Maar zien we deze ook systematische verschillen naar bijvoorbeeld geslacht en regio? Dit is waar we naar kijken in het laatste deel van deze analyse. Figuur 3 kijkt allereerst naar geslacht.

Figuur Ron 3.PNG

Uit Figuur 3 blijken duidelijk verschillen in Big-5 ontwikkeling tussen jongens en meisjes. We zien dat de algemene toename in Extraversie die we zagen in Figuur 2 vooral komt door de meisjes. Dit geldt ook voor de afname in Emotionele Stabiliteit: er is een sterke afname voor meisjes en een (zeer kleine) toename voor de jongens. De Big Five zijn voor de jongens over het algemeen stabiel tussen groep 8 en VO3, met één belangrijke uitzondering: een zeer sterke afname in Meegaandheid. De daling van Meegaandheid van jongens is sterker dan elke andere ontwikkeling in Figuur 3. Overigens worden ook meisjes minder meegaand tussen groep 8 en VO3, maar deze daling is duidelijk minder sterk van voor jongens. Lagere meegaandheid is een sterke voorspeller van afstroom. Daarmee verklaart dit verschil in ontwikkeling ook een deel van het verschil in afstroom tussen jongens en meisjes.

We bekijken dezelfde ontwikkelingen ook naar regio. Dit is te zien in Figuur 4. Hier zijn de verschillen relatief kleiner. Wat allereerst opvalt is de relatief ‘gunstige’ ontwikkeling van de Big Five in Parkstad Limburg. Openheid en Zorgvuldigheid, beide sterke positieve voorspellers van latere schooluitkomsten, nemen licht toe in Parkstad Limburg terwijl ze licht afnemen in de andere twee regio’s. Daarnaast zijn de relatief ‘ongunstige’ afnames in meegaandheid en emotionele stabiliteit (beide ontwikkelingen zijn voorspellers van hogere afstroom) minder sterk in deze regio. Hieruit volgt ook dat de lagere waardes voor de Big Five voor Parkstad Limburg in groep 8 (zie Figuur 1) zijn omgeslagen naar hogere waardes voor Parkstad Limburg in VO3. Voor de regio Sittard-Geleen zijn de afnames in Meegaandheid en Emotionele Stabiliteit juist het sterkst. Dit verklaart echter weinig van de verschillen in uitkomsten, zoals afstroom tussen deze regio’s. Daarvoor zijn de verschillen hier te klein.   

Figuur Ron 4.PNG

Referenties

Goldberg, Lewis R. (1993). The Structure of Phenotypic Personality Traits. American Psychologist, 48(1): 26-34.

Kautz, T., Heckman, J. J., Diris, R., Ter Weel, B., & Borghans, L. (2014). Fostering and measuring skills: Improving cognitive and non-cognitive skills to promote lifetime success (No. w20749). National Bureau of Economic Research.

Roberts, B. W., Walton, K. E., & Viechtbauer, W. (2006). Patterns of mean-level change in personality traits across the life course: a meta-analysis of longitudinal studies. Psychological bulletin, 132(1), 1.

delen:  
Loading Conversation