Middelbare scholieren in relatie met hun leraren

Vera Ronda, Lynn van Vugt, Jacqueline Charpentier en Trudie Schils, Universiteit Maastricht | 20 April 2023

Belang van sociale relaties op school
In november 2021 is er een factsheet gepresenteerd over de sociale relaties van leerlingen met hun leraren. In deze factsheet zagen we dat er een daling te zien was in de ervaren sociale relaties met leraren na de zomer van 2020. In deze nieuwe factsheet krijgen we een eerste indicatie of leerlingen in 2022 nog steeds een minder goede sociale relatie met hun leraren ervaren of dat dit niet meer het geval is. Het is belangrijk om te monitoren hoe het met de sociale relaties van leerlingen gaat, mede doordat wij vanuit scholen horen dat er hier nog zorgen over zijn.
 
Verschillende theorieën wijzen op het belang van sociale relaties voor de motivatie en schoolattitude van leerlingen1,2. Een goede sociale inbedding in school draagt bij aan een hogere motivatie en betere leerprestaties, waarbij sterke sociale relaties kunnen beschermen tegen een negatieve leerhouding, verlies aan schoolvertrouwen en schooluitval3,4.  
 
Onder sociale relaties valt de relatie tussen leraren en leerlingen. Een goede band met de leraren op school vergroot de kans op een positieve schoolhouding, hogere motivatie, groter schoolvertrouwen onder de minst presterende leerlingen in een klas en betere leerprestaties in het algemeen5,6,7.  Bij het onderzoek naar motivatie en leerprestaties is het dus van belang om inzicht te krijgen in de sociale relaties die leerlingen hebben met hun leraren.
In deze factsheet
Vanwege het belang van de sociale relaties op school verzamelen we deze gegevens sinds 2014 in de OnderwijsMonitor Limburg** bij leerlingen in leerjaar 3 van het voortgezet onderwijs. De gestelde vragen over sociale relaties hebben betrekking op de band van de leerlingen met de leraren, alsook de band van de leerlingen onderling. In de eerdere factsheet OML2023-001  lag de focus op de sociale relaties die leerlingen met klasgenoten ervaren. De resultaten voor 2022 lieten zien dat de leerlingen in 3VO sinds 2020 minder goede relaties met hun klasgenoten ervaren, en dat dit in 2022 ook nog het geval was. In de huidige factsheet ligt de focus op de sociale relaties die leerlingen met leraren ervaren. In latere factsheets leggen we de relatie tussen deze sociale inbedding en bijvoorbeeld verwachtingen van leerlingen over hun toekomst, schoolmotivatie of leerprestaties.
 
  • In deze factsheet bekijken we voor de sociale relaties met leraren:
  • Trends tussen 2014-2022 incl. ‘covid’-effect
  • Verschillen in die trend tussen jongens en meisjes
  • Verschillen in die trend naar onderwijstype
  • Verschillen in die trend naar sociaal-economische achtergrond
  • Verschillen in die trend naar regio
Deze factsheet is hier in PDF te downloaden
 

Algemeen beeld

Tabel 1 geeft een beeld van de verdeling van de verschillende groepen leerlingen die in de data zijn vertegenwoordigd en genoemd worden in deze factsheet.

 

Om de sociale relaties die leerlingen ervaren met hun leraren in beeld te krijgen, hebben leerlingen zes stellingen beantwoord:

  • Leraren weten meestal hoe ik me voel                      
  • Ik kan met mijn leraren over problemen praten
  • Als ik me ongelukkig voel, kan ik daar met leraren over praten
  • Ik voel me op mijn gemak bij de leraren
  • De leraren begrijpen me
  • Ik heb goed contact met mijn leraren

Figuur 1 laat zien hoe Limburgse leerlingen op deze stellingen gemiddeld geantwoord hebben over de periode 2014-2022.

Er is grote variatie tussen de leerlingen op wat zij op de afzonderlijke stellingen geantwoord hebben. Een deel van de leerlingen geeft aan goede relaties te hebben met leraren, een ander deel minder. Een groot deel van de leerlingen kiest een neutraal antwoord.

Om een algemeen beeld te krijgen van de sociale relaties die leerlingen met leraren ervaren, voegen we deze items samen in een index**. Op deze manier kunnen we verschillen tussen groepen en over de tijd zichtbaar maken.

 

Figuur 1. Antwoorden Limburgse leerlingen op stellingen over sociale relaties met leraren (2014-2022)

 

** De betrouwbaarheid van de index is 0.88 (cronbach’s alpha). De index is gestandaardiseerd met gemiddelde 0 en standaarddeviatie 1. Het gemiddelde is bepaald voor alle leerlingen over alle leerjaren en alle onderwijstypes.

Verschillen naar jaar

Figuur 2 toont de gemiddelde scores voor sociale relaties met leraren sinds 2014. In de modellen is rekening gehouden met mogelijke verschillen tussen de samenstellingen van de cohorten. De diamanten tonen de afwijking van het gemiddelde over alle scholen en alle jaren. Als de diamant op de nullijn ligt is het resultaat gelijk aan het gemiddelde. De originele vragen hebben antwoord categorieën van 1 t/m 5 (zeer oneens – zeer eens), met een gemiddelde van 2,99. Dat is ongeveer gelijk aan een neutraal antwoord.

In 2020 vond er een schoolsluiting plaats, waardoor één groep leerlingen de vragenlijsten reeds voor de schoolsluiting heeft ingevuld (2020_0) en een andere groep leerlingen de vragenlijsten na de schoolsluiting heeft ingevuld (2020_1). Ook zijn er scholen die de vragenlijsten onder de leerlingen pas na de zomervakantie van 2020 hebben afgenomen (2020_2). Bij deze groepen is het belangrijk om te onthouden dat ze kleiner zijn dan de andere jaren.

Figuur 2 laat zien dat tussen de jaren 2014-2018 de sociale relaties tussen leerlingen en leraren iets zijn gedaald, waarbij de score voor 2018 significant lager is dan die van 2014. Ook zien we een verschil voor 2020. De groep leerlingen die de vragenlijsten net na de schoolsluiting heeft ingevuld (2020_1) ervaart betere sociale relaties met leraren dan de groep die na de zomervakantie de vragenlijsten heeft ingevuld (2020_2). De samenstelling van de twee groepen scholen kan een rol spelen bij deze verschillen. Ook bleek uit gesprekken met leraren dat leerlingen na de schoolsluiting in 2020 weer blij waren op school te zijn en contact te hebben met de leraren.

In 2022 is te zien dat de sociale relaties met leraren zijn verbeterd en weer op ongeveer hetzelfde niveau zijn als in de jaren voor corona.

Figuur 2. Sociale relaties met leraren naar jaar

Leeswijzer: De nullijn geeft het gemiddelde over alle scholen en alle jaren weer, en de diamanten tonen de afwijking van dat gemiddelde. De lijnen rondom de diamanten tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen uiteenlopende antwoorden hebben gegeven of omdat het om een kleine groep gaat. Om te weten of een verschil significant is kunt u kijken of de lijnen overlappen. Indien dit het geval is, is het verschil niet significant. Bij de berekening van het gemiddelde wordt gecontroleerd voor onderwijstype, geslacht, leeftijd, opleiding ouders, en regio.

Verschillen naar onderwijstype

In Figuur 3 presenteren we de index-score van de sociale relaties tussen leerlingen en hun leraren naar jaar en het onderwijstype waarop de leerling in leerjaar 3 zit. Tussen de verschillende onderwijstypen zien we dat leerlingen in het vwo over het algemeen iets betere sociale relaties hebben met hun leraren. Binnen vmbo bl/kl zien we dat er na de zomer van 2020 een dip is geweest in de sociale relatie met leraren, echter, voor de overige jaren is de relatie vrijwel hetzelfde gebleven. Voor leerlingen op het vmbo gl/tl en op het havo zien we geen grote veranderingen tussen de jaren. Bij het vwo zien we een daling in de sociale relaties in 2018, maar vanaf 2018 blijft het beeld redelijk stabiel (met een uitschieter voor de zomervakantie in 2020).

Figuur 3. Sociale relaties met leraren naar onderwijstype en jaar

Leeswijzer: De nullijn geeft het gemiddelde over alle scholen en alle jaren weer, en de diamanten tonen de afwijking van dat gemiddelde. De lijnen rondom de diamanten tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen uiteenlopende antwoorden hebben gegeven of omdat het om een kleine groep gaat. Om te weten of een verschil significant is kunt u kijken of de lijnen overlappen. Indien dit het geval is, is het verschil niet significant. Bij de berekening van het gemiddelde wordt gecontroleerd voor onderwijstype, geslacht, leeftijd, opleiding ouders, en regio.

Verschillen naar geslacht

Figuur 4 laat de verschillen zien op de index-score sociale relaties met leraren naar geslacht en jaar. Over het algemeen kan gezegd worden dat jongens betere sociale relaties hebben met hun leraren dan meisjes. Als we dit ook per onderwijstype bekijken (figuur niet getoond), zien we dat dit overal het geval is, met het grootste verschil op het vwo.

We zien bij beide groepen tussen 2014-2018 een lichte daling. In 2020 zien we voor de schoolsluiting (2020_0) een lichte stijging voor jongens. Na de zomervakantie (2020_2) is er een daling te zien voor beide groepen, deze daling is voor meisjes groter dan voor jongens. Wel zien we dat meisjes in 2020 na de schoolsluiting (2020_1) een significant hogere score op de index sociale relaties met leraren laten zien in vergelijking met de score vlak voor de schoolsluiting (2020_0). In 2022 zien we dat meisjes een significant betere relatie ervaren met hun leraren t.o.v. 2020.

Figuur 4. Sociale relaties met leraren naar geslacht en jaar

Leeswijzer: De nullijn geeft het gemiddelde over alle scholen en alle jaren weer, en de diamanten tonen de afwijking van dat gemiddelde. De lijnen rondom de diamanten tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen uiteenlopende antwoorden hebben gegeven of omdat het om een kleine groep gaat. Om te weten of een verschil significant is kunt u kijken of de lijnen overlappen. Indien dit het geval is, is het verschil niet significant. Bij de berekening van het gemiddelde wordt gecontroleerd voor onderwijstype, geslacht, leeftijd, opleiding ouders, en regio.

Verschillen naar opleiding ouders

Figuur 5 (volgende pagina) laat de verschillen zien op de index-score sociale relaties met leraren naar opleiding ouders en jaar. De eerdergenoemde daling tussen 2014-2018 treedt vooral op bij leerlingen met hbo- of wo-opgeleide ouders. Voor alle groepen zien we in 2020 voor de zomervakantie een stijging, gevolgd door een daling na de zomervakantie (2020_2). In 2022 is de score weer licht gestegen voor alle groepen, al is deze stijging alleen (net) significant voor leerlingen met mbo-opgeleide ouders.

Wanneer we naast het opleidingsniveau van de ouders ook kijken naar verschillen tussen onderwijstypen (figuur niet getoond), zien we dat op het vmbo bl/kl leerlingen met wo-opgeleide ouders de minst goede relaties met hun leraren ervaren dan leerlingen met hbo-opgeleide ouders. Dit is echter wel een kleinere groep.

Wanneer we naast het opleidingsniveau van de ouders ook kijken naar het verschil tussen jongens en meisjes (figuur niet getoond) dan zien we dat jongens met ouders op alle verschillende opleidingsniveaus hoger scoren dan meisjes.

Figuur 5. Sociale relaties met leraren naar opleiding ouders en jaar

Leeswijzer: De nullijn geeft het gemiddelde over alle scholen en alle jaren weer, en de diamanten tonen de afwijking van dat gemiddelde. De lijnen rondom de diamanten tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen uiteenlopende antwoorden hebben gegeven of omdat het om een kleine groep gaat. Om te weten of een verschil significant is kunt u kijken of de lijnen overlappen. Indien dit het geval is, is het verschil niet significant. Bij de berekening van het gemiddelde wordt gecontroleerd voor onderwijstype, geslacht, leeftijd, opleiding ouders, en regio.

Verschillen naar regio

Figuur 6 (op de volgende pagina) laat de verschillen zien op de index-score sociale relaties met leraren naar regio en en jaar. Hier zien we:

  • De daling tussen 2014 en 2018 is alleen zichtbaar in Sittard-Geleen en Maastricht-heuvelland;
  • Het verschil in de 2020-meting voor en na de zomer is niet zichtbaar in noord-Limburg en Parkstad Limburg (niet in figuur)
  • In 2022 is er een lichte stijging te zien in noord-Limburg, midden-Limburg en Parkstad Limburg, en een lichte daling in Sittard-Geleen en Maastricht-heuvelland (niet significant).

Bij uitsplitsing naar de onderwijstypes (figuur niet getoond), zien we dat:

  • Leerlingen op het vmbo bl/kl in Maastricht-heuvelland slechtere sociale relaties met leraren ervaren dan deze leerlingen in andere regio’s. We zien het omgekeerde patroon voor leerlingen op het vmbo gl/tl: daar “scoort” Maastricht-heuvelland het beste.
  • Vwo-ers in noord-Limburg ervaren slechtere sociale relaties met leraren dan vwo-ers in midden-Limburg, Sittard-Geleen en Parkstad Limburg. Vwo-ers in Maastricht-heuvelland ervaren slechtere sociale relaties met leraren dan vwo-ers in midden-Limburg en Parkstad Limburg.

Als we kijken naar verschillen tussen leerlingen met verschillend opgeleide ouders in de verschillende regio’s (figuur niet getoond), zien we dat kinderen met ouders met een onbekende opleiding lager scoren in Maastricht-heuvelland.

Figuur 6. Sociale relaties met leraren naar regio en jaar

Leeswijzer: De nullijn geeft het gemiddelde over alle scholen en alle jaren weer, en de diamanten tonen de afwijking van dat gemiddelde. De lijnen rondom de diamanten tonen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen. Langere lijnen duiden op meer spreiding rond het gemiddelde, bijvoorbeeld omdat leerlingen uiteenlopende antwoorden hebben gegeven of omdat het om een kleine groep gaat. Om te weten of een verschil significant is kunt u kijken of de lijnen overlappen. Indien dit het geval is, is het verschil niet significant. Bij de berekening van het gemiddelde wordt gecontroleerd voor onderwijstype, geslacht, leeftijd, opleiding ouders, en regio.

Resultaten in het kort
Aanbevelingen voor in de schoolpraktijk

Hoe leerlingen school en schoolsucces ervaren heeft te maken met de manier waarop ze worden aangesproken in de schoolorganisatie. Leraren die zorgen voor een veilige omgeving waarin leerlingen gezien worden is daarbij de sleutel, waardoor leerlingen ervaren dat ze erbij horen in de klas met leeftijdsgenoten. Verbondenheid met leraren draagt bij aan het emotionele welzijn van leerlingen. Het ontbreken van betekenisvolle relaties in de school zorgt voor eenzaamheid, gebrek aan zelfvertrouwen en vergroot de kans op schooluitval8,9. Daarnaast laat eerder onderzoek ook zien dat de relatie tussen leraren en leerlingen een belangrijk effect heeft op de overige sociale relaties van de leerling10, dit betekent dat leraren eventueel hun relaties met de leerlingen kunnen gebruiken om de onderlinge relaties in de klas te verbeteren.

Uit onderzoek van Onderwijskennis blijkt dat interventies die bijdragen aan de leerprestaties van leerlingen, ook kunnen bijdragen aan het bouwen van sociale cohosie en samenwerken in de klas11. Dit suggereert dat aan de hand van schoolbrede en preventieve programma’s gewerkt kan worden aan een positief leer- en leefklimaat. Bijvoorbeeld door leerlingen te leren óver sociaal gedrag, leren te reflecteren én leren zich sociaal te gedragen, neemt de kans op een prettig leer-, en leefklimaat toe11.

De Databank Effectieve Jeugdinterventies van NJI heeft verschillende erkende interventies die behulpzaam kunnen zijn om de sociale relaties van jongeren onder elkaar te stimuleren. Eén van deze interventies is de Kanjertraining, die gericht is op het voorkomen of verminderen van sociale problemen en het bevorderen van welbevinden in het basis- en voortgezet onderwijs. De Kanjertraining geeft kinderen inzicht in hun gedrag en de gevolgen hiervan voor anderen. Via onder meer feedbackoefeningen, vertrouwensoefeningen en rollenspellen oefenen ze met sociale vaardigheden en sociale informatieverwerking.

Andere voorbeelden hiervan zijn School Wide Positive Behavior Support (SWBPS) of de Vreedzame School (beiden ook opgenomen in de databank van NJI). In beide programma’s staat een positieve benadering centraal waarbij men uitgaat van verschillende niveaus binnen de school (de school, de klas en het individuele kind), die gericht is op het aanleren van goed sociaal gedrag in samenspraak met ouders of buurt. Dit kan bijdragen aan goede sociale relaties tussen leerkrachten en leerlingen en tussen leerlingen onderling en daarnaast ondersteuning bieden aan leerlingen met gedragsproblemen10.

Bronnen

1.           Deci, E. L., & Ryan, R. M. (2000). The “what” and “why” of goal pursuits: Human needs and the self-determination of behavior. Psychological Inquiry, 11(4), 227–268. Zie link

2.           Martin, A. J., & Dowson, M. (2009). Interpersonal relationships, motivation, engagement, and achievement: Yields for theory, current issues, and educational practice. Review of Educational Research, 79(1), 327–365. Zie link

3.           Raufelder, D., Jagenow, D., Drury, K., & Hoferichter, F. (2013). Social relationships and motivation in secondary school: Four different motivation types. Learning and Individual Differences, 24, 89-95. Zie link

4.           Wentzel, K. R., Muenks, K., McNeish, D., & Russell, S. (2017). Peer and teacher supports in relation to motivation and effort: A multi-level study. Contemporary Educational Psychology, 49, 32–45. Zie link

5.           Hallinan, T. M. (2008). Teacher influences on students' attachment to school. Sociology of Education, 81(3), 271–283. Zie link

6.           Bokhorst, C. L., Sumter, S. R., & Westenberg, P. M. (2010). Social support from parents, friends, classmates, and teachers in children and adolescents aged 9 to 18 years: Who is perceived as most supportive? Social Development, 19(2), 417–426. Zie link

7.           Schwabe, F., Korthals, R., & Schils, T. (2019). Positive social relationships with peers and teachers as moderators of the Big-Fish-Little-Pond Effect. Learning and Individual Differences, 70, 21-29. Zie link

8.           Onderwijskennis (2022). Sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling. Zie link

9.           Sleeuwen, W. & Heyne, D. (2020). Schoolverzuim aanpakken. Een wetenschappelijke onderbouwing. Nederlands Jeugdinstituut. Zie link

10.        Nieuwboor, A., van Tuijl, C. (2017). Relaties in de klas: een multi-level onderzoek naar voorspellers van de leerkracht-leerling relatie en peer relaties op individueel en klasniveau. Zie link

11.      Onderwijskennis. (2022). De roep van de groep: groepsdynamiek, welbevinden en leren. Zie link


© April 2023. Universiteit Maastricht, School of Business and Economics, Department of Macro International and Labour Economics (MILE). Niets uit deze uitgave mag op enige manier worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteurs.

 

 

delen: