Jan Knooren | 05 February 2016
'Wo mann singt, da lasse dich ruhig nieder, böse Menschen haben keine Lieder' (J.G. Seumes 1763- 1810)
Cultuuronderwijs laat kinderen en jongeren kennismaken met schoonheid en draagt bij aan het historisch besef. 'Gemeenten, Provincies en het Rijk zijn doordrongen van de sociale waarde van kunst en erfgoed. Zowel beoefenaars, als vrijwilligers en toeschouwers zorgen voor verbinding in de samenleving. Cultuuronderwijs is daarom onverbrekelijk verbonden met de breed vormende opdracht van het onderwijs. Het stimuleert leerlingen om een creatieve en onderzoekende houding te ontwikkelen, die belangrijk voor zelfontplooiing van de burgers van toekomst. “Als we willen bevorderen dat die creativiteit en identiteit ontwikkeld worden, dan moeten we zorgen dat iedere Nederlander de mogelijkheid heeft om zich cultureel te ontwikkelen”, aldus minister Jet Bussemaker in een brief aan de tweede kamerIn dit kader heeft de gemeente Maastricht zich tot taak gesteld de cultuurparticipatie binnen alle lagen van de samenleving te vergroten. Het basisonderwijs is als voedingsbodem gekozen, omdat hier het gehele spectrum van de samenleving vertegenwoordigd is. Aan Kaleidoscoop, onderdeel van de Cultuurcentrale Maastricht, is de opdracht gegeven om een cultuurstimuleringsprogramma te ontwikkelen.
Uit deze opdracht is het programma “Toon je Talent” ontstaan. Door dit mandaat bij Kaleidoscoop te leggen is meteen de kwaliteit gewaarborgd.
Toon je Talent bestaat uit diverse programma’s voor kinderen tot en met 12 jaar, en heeft een vervolg in het VMBO voor leerlingen
Het voorziet naast de vier stimuleringsprogramma’s Get Lekkers (groep 1-2), Cultuurboost (groep 4-5) en De Kast (groep 3 t/m 8), in een stelsel van voorzieningen die voortgang en kwaliteit van de betrokken professionals waarborgt (zie figuur 1).
Om in 2018 te kunnen toetsen of de gestelde doelen zijn gehaald is voorzien in een jaarlijkse monitoring van de resultaten. Bovendien geeft deze jaarlijkse toetsing de mogelijkheid om tijdens het traject bijsturing te geven aan het proces.
Voor de jaarlijkse toetsing wordt gebruik gemaakt van data verzameld door de Onderzoeksgroep Onderwijseconomie van de Universiteit Maastricht. Deze voert een longitudinale studie uit onder de naam Onderwijsmonitor Limburg (OML). Met name de gegevens van de groepen 8 geven inzicht in de mate van cultuurparticipatie en vooral of er veranderingen in dit gedrag zijn waar te nemen.Door middel van vragenlijsten wordt een breed spectrum van variabelen, waaronder cognitieve vaardigheden (CITO), sociaal emotionele ontwikkeling, persoonlijkheidskenmerken, mate van intrinsieke motivatie en natuurlijk de status en verwachting van de culturele betrokkenheid, in kaart gebracht. Dit steeds afgezet tegen de sociaaleconomische status en het leefmilieu geeft de mogelijkheid om de ontwikkelingen op het gebied van cultuurparticipatie zuiver te bestuderen en te beschrijven. Het biedt bovendien de mogelijkheid onderzoek te doen naar andere mogelijke correlaties, zoals de invloed van muziekbeoefening tijdens de basisschooltijd en cognitieve vaardigheden in de vorm van CITO score (figuur 2). Vrijwel alle Maastrichtse basisscholen nemen deel aan de OnderwijsMonitor Limburg, echter slechts een beperkt aantal scholen neemt deel aan Toon je Talent.
Door deze tweedeling en de in 2009 uitgevoerde 0-meting, kan het effect van Toon je Talent goed onderzocht worden. Er wordt door de niet deelnemende scholen als het ware een controlegroep gecreëerd die wat betreft de sociaaleconomische status en het leefmilieu overeenkomt met de groep scholen waar de interventie (Toon je Talent) plaats vindt.
Er is hier sprake van een unieke integratie van diverse gremia. De gemeentelijke overheid ziet het belang van een gezond cultureel milieu. Om de cultuurparticipatie in alle lagen van de bevolking te ondersteunen, schakelt de gemeente Kaleidoscoop in, die op zijn beurt verantwoording over de uitvoering en effecten aflegt door samenwerking met de Universiteit Maastricht. De laatste heeft hierin geen gemakkelijke taak. Cultuurbeleving kenmerkt zich namelijk door vage contouren en waarden die vaak berusten op emoties, derhalve niet strak omlijnd en daardoor moeilijk meetbaar zijn.
Wat het gemeten effect ook moge zijn, het is in ieder geval zeker dat de inspanningen van de gemeente Maastricht en Kaleidoscoop bij veel participerende kinderen tot unieke ervaringen en intens vreugdevolle momenten hebben geleid. Dit zowel voor de individuele kinderen als ook op groepsniveau. “Everyting that can be counted does not necessarily count; everything that counts can not necessarily be counted” , aldus Albert Einstein