Voor iedere leerling gelijke kansen?

Jeroen Pieters – leerkracht PO | 03 February 2017


Een discussie bekeken vanuit de praktijk

Het is een actueel en hot item binnen onderwijsland: kinderen met dezelfde talenten krijgen niet altijd dezelfde kansen. Uit cijfers blijkt dat veel kinderen met laagopgeleide ouders niet het onderwijs krijgen dat ze aan zouden kunnen. Ze krijgen lagere basisschooladviezen, in vergelijking tot kinderen met dezelfde intelligentie van hoogopgeleide ouders en in het voortgezet onderwijs stromen deze leerlingen vaker af. Wordt dit beeld herkend in de dagelijkse onderwijspraktijk? Welke overwegingen dienen docenten te maken bij schooladviezen? Is deze situatie wel te voorkomen?

Ieder jaar is het van januari tot april weer een spannende periode voor ouders en leerlingen van groep 8. De ondertussen verplichte eindtoets en het schooladvies voor het voortgezet onderwijs staan eraan te komen. Deze periode is niet alleen spannend voor leerlingen en ouders, maar ook voor de docenten van deze leerlingen: ‘Laten mijn leerlingen zien wat ze kunnen op het moment suprême? Hoe verantwoord ik mijn advies naar ouders? Wat als ouders het er niet mee eens zijn?’ De reputatie van jou als leerkracht staat op het spel. Je wilt je opgebouwde geloofwaardigheid niet verliezen door het geven van onrealistische en overambitieuze adviezen, waarop je wordt ‘afgerekend’ wanneer leerlingen het niet waarmaken in het voortgezet onderwijs. Anderzijds staat het wel weer mooi als je als school kunt zeggen: ‘kijk eens hoeveel leerlingen van onze school zijn uitgestroomd naar HAVO en VWO’. Maar ook dat je voor jezelf kunt zeggen dat je die ene twijfelachtige leerling toch de kans hebt gegeven om het op een zo hoog mogelijk niveau te proberen.

Gelijke talenten, verschillende adviezen

Uit onderzoeken – van onder andere de Universiteit Maastricht en DUO Onderwijsonderzoek blijkt dat kinderen met laagopgeleide ouders lagere adviezen krijgen dan hun ‘net zo slimme’ klasgenoten met hoogopgeleide ouders. Maar is dit niet heel eenvoudig te verklaren? Een schooladvies is veel meer dan alleen een eindtoetsscore. Het zou vreemd zijn wanneer dit ene cijfer je totale vervolgonderwijs zou bepalen. Gelukkig gebeurt dit niet, toch? Leerkrachten nemen naast de resultaten uit het leerlingvolgsysteem – waarin de ontwikkeling van leerlingen systematisch van groep 1 t/m groep 8 gevolgd wordt – ook andere factoren mee in het advies, zoals de sociaal-emotionele ontwikkeling, motivatie en thuissituatie.

Website Duo-onderwijsonderzoek Persbericht-Kansenongelijkheid loopt vooral op in het VO

Gelijke talenten, toch verschillen?

Een praktijkvoorbeeld: Leerling A met laagopgeleide ouders scoort goed op de eindtoets – HAVO is haalbaar – en heeft dezelfde cognitieve capaciteiten als leerling B met ouders die een hogere opleiding gevolgd hebben. Bij leerling A moeten thuis de eindjes financieel aan elkaar geknoopt worden, ouders kunnen al vanaf groep 5 niet meer helpen met het huiswerk en tot overmaat van ramp zit het kind al jaren middenin een heftige vechtscheiding wat logischerwijs zijn weerslag heeft op het welbevinden. Zijn ouders hebben het altijd druk en zijn nooit in de gelegenheid om deel te nemen aan schoolse activiteiten of op gesprek te komen. Daarentegen scoort leerling B ook een HAVO advies. Zijn ouders gaan regelmatig met het gezin naar musea, dierentuinen of het theater. Het huiswerk wordt altijd rustig aan de keukentafel gemaakt en vader of moeder is in de buurt om vragen te beantwoorden en te helpen. De ouders van leerling B komen regelmatig op school om te vragen hoe het gaat en of ze eventueel nog iets kunnen betekenen voor de leerkracht en school.

Jij bent de leerkracht van deze twee leerlingen, welk advies zou jij geven? Geef je beide leerlingen een HAVO advies? Want dat geven de toetsscores aan en dat is wel een potentie-indicatie. Of neem je de sociale, emotionele en thuissituatie ook mee in je overweging? Leerling A heeft het thuis niet makkelijk, hij zal mogelijk structureel maximaal moeten presteren om de HAVO te halen. Dan is er ook nog weinig (didactische) ondersteuning vanuit thuis en geen geld voor huiswerkbegeleiding of extraatjes. Is het dan verstandig om deze leerling op de HAVO te plaatsen, of toch maar een stapje lager beginnen om de kans op succes te vergroten?

Bevorderen van gelijke kansen

Op de vraag of deze soortgelijke situaties te voorkomen zijn, is geen eenduidig antwoord te geven. Waar we wel over na kunnen denken is de voorwaardelijke sfeer. Hoe voorkom je dat een leerling, zoals leerling A, in een situatie terechtkomt waarin hij minder kansen krijgt?

Het begint al bij de peuterspeelzaal en de kleuters in groep 1. Het instroomniveau bij de kleutergroepen wordt steeds lager. Met name op scholen waar veel leerlingen zitten met lager opgeleide ouders is een dalende trend waarneembaar. Veel ouders hebben hun handen vol aan zichzelf. Ouders weten vaak ook niet hoe het wel moet, de ‘good-practice’ voorbeelden ontbreken. Ze voeden op zoals ze dit zelf ook hebben meegekregen. Mag je dan spreken van een vicieuze cirkel? Ieder ouder wil het beste voor zijn kind, maar handelt naar eigen vermogen. Wanneer deze ouders vanaf het begin meer handreikingen krijgen, kan dit alleen maar ten goede komen aan het kind. Weten alle ouders waar ze kunnen aankloppen voor financiële ondersteuning voor sportactiviteiten of schoolgeld? Weten ouders dat ze ook kunnen deelnemen aan projecten om de taalontwikkeling thuis te stimuleren? Weten ouders de instanties te vinden die kunnen helpen met hun persoonlijke problemen?

Er wordt snel geroepen dat er vooral extra geld nodig is om het ‘gelijke-kansen-probleem’ te tackelen. Er zullen op scholen, in sociaal en economisch zwakkere wijken, meer excellente docenten moeten werken. Maar niet alleen excellent, ook met affiniteit voor deze specifieke doelgroep. Deze docenten liggen niet voor het oprapen: je dient ze zorgvuldig te selecteren en begeleiden. Ook een kleinere groep leerlingen in een klas werkt in het voordeel. De docent heeft meer tijd voor het individuele kind/gezin. Je bent niet alleen docent in dit soort wijken, maar ook maatschappelijk werker, surrogaat ouder, opvoeder, psycholoog, pedagoog, en ga zo maar door. Tevens dient er vanuit school een aanbod te zijn van voor- en naschoolse activiteiten: sport, cultuur, muziek en knutselen. Hierbij helpt een krachtig netwerk met externe en educatieve partners. Geef de leerlingen eens de kans om te ‘proeven’ aan dingen die voor hen niet vanzelfsprekend zijn. Het zal van hen alleen maar meer ontwikkelde wereldburgers maken. Tot slot is voor deze leerlingen uitbreiding van leertijd essentieel. Ze hebben al achterstanden opgelopen nog voordat ze begonnen zijn aan hun schooltijd. Zo zien we helaas te vaak dat de taalontwikkeling onvoldoende is, evenals de sociale en emotionele vaardigheden die op die leeftijd verwacht mogen worden. Je kunt deze achterstanden alleen maar inlopen door kwalitatief hoogstaand onderwijs en extra leertijd. Investeren in leerlingen (en scholen) kost geld en is noodzakelijk om effectief te werken aan de opgelopen achterstanden, maar de sleutel tot de oplossing ligt bij de ouders van deze leerlingen. Help ouders bij het creëren van een ‘taalbad’ in de thuissituatie, ondersteun ze in de opvoeding en maak ze wegwijs binnen de mogelijkheden die hulpverleningsinstanties kunnen bieden. Investeer je in ouders, dan investeer je indirect ook in het kind.

Tot slot

Is kansenongelijkheid te voorkomen? Ik denk uiteindelijk van niet. De hoger opgeleide ouders zullen altijd meer mogelijkheden hebben om hun kind te bieden wat het nodig heeft, alleen al door de financiële mogelijkheden. We kunnen wel de kloof tussen de kans-verschillen proberen te verkleinen. Uiteindelijk bepalen geld en opleidingsniveau niet alleen het succes van een kind in de maatschappij. De liefde, aandacht en wijze lessen die je erin stopt zijn hier mede verantwoordelijk voor.

Voor meer informatie over kansenongelijkheid, bekijk eens één van de volgende sites:

https://www.onderwijsinspectie.nl/actueel/nieuws/2016/04/13/onderwijsinspectie-kansenongelijkheid-groeit

https://www.destaatvanhetonderwijs.nl/actueel/nieuws/2016/11/09/overal-aandacht-voor-kansenongelijkheid


Toetsen
delen:  
Loading Conversation